De kerk aan het stuur

Een netwerk van kerken in Vanuatu dat het Bijbelvertaalwerk omarmt, een plan om in Oeganda meer met de kerken te gaan werken, en een migrantenkerk die ruimte geeft aan de meertaligheid in hun gemeente: de afgelopen week hielp Karsten bij een conferentie in Engeland waar hij met collega’s nadacht over de rol van de kerk in ons werk. In eerste instantie lijkt dat vanzelfsprekend: als je bijbel-gerelateerd werk doet, werk je toch altijd samen met de kerk? Maar in de praktijk valt daar heel wat meer over te zeggen.

Karsten dacht met de deelnemers na over de veranderingen in de rol van de kerk: Zending, en zeker Bijbelvertaalwerk, wordt vaak beschouwd als een specialistisch beroep: daar moet je voor zijn opgeleid. Dit had tot gevolg dat de plaatselijke kerk het werk overliet aan de “specialisten”: De bijbelvertalers zaten ‘achter het stuur’ en de kerken moesten voor ‘de benzine’ zorgen. Dit zorgde er echter weer voor dat het enthousiasme voor de Bijbelvertaling soms maar door een kleine groep gedragen werd.

Karsten hield een presentatie waarin hij de verschuivingen tekende. Toen zending nog vooral gedaan werd door westerse landen, werd de kerk vooral gezien als een gever:  de kerk gaf geld en mensen voor het werk in landen ver weg. Maar inmiddels gebeurt zending in alle richtingen,  en op de meeste plaatsen waar Bijbelvertaalwerk gaande is, zijn ook kerken. Die kerken horen natuurlijk inspraak te hebben in hoe, wanneer, en aan wat voor Bijbelvertalingen er gewerkt wordt. Dat betekent dat organisaties zich soms moeten aanpassen als de kerk het anders wil! Dat is soms lastig, maar belangrijk. De kerk moet achter het stuur komen te zitten! Hoe meer betrokkenheid er is bij beslissingen en bij het vertaalwerk zelf, hoe meer de Bijbelvertaling ook gebruikt en gelezen gaat worden - en harten kan gaan veranderen!