Meditatie

 

„Laat Uw werk aan Uw dienaren gezien worden …”
“ … bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat.”
Psalm 90 : 16a en 17b.

Psalm 90 kennen wij vooral als de oudejaarspsalm. Dit gebed van Mozes is echter ook wel heel treffend in de komende tijd als in veel gemeenten de Biddag voor gewas en arbeid wordt gehouden.
Gods werk en ons werk worden in deze psalm heel dicht naast elkaar geplaatst. Wij zijn geneigd om op de Biddag in de eerste plaats aan óns werk te denken …, aan onze dagelijkse bezigheden. Dat wordt ook wel wat ingegeven door de officiële benaming: „Biddag voor gewas en arbeid”. Maar - is dat nu wel helemaal juist? Mozes brengt misschien door middel van deze psalm wel een heilzame correctie aan. Hij leert ons om niet alleen te bidden voor ons eigen werk, maar vooral ook, en in de eerste plaats, om Góds werk. Dat staat zelfs voorop bij Mozes. Eerst ‘Úw werk’ en pas daarna ‘het werk van ónze handen.’

Dat is dezelfde volgorde als in het Onze Vader. Aan de bede om ons dagelijks brood gaat eerst het gebed om de komst van het Koninkrijk van God vooraf. Een belangrijke les die wij iedere keer weer opnieuw moeten leren. Mozes heeft beseft dat wij in ons dagelijks leven volstrekt afhankelijk zijn van Gods kracht. Of wij nu in de bouw werken of op een kantoor, naar school gaan of onze taak in het gezin hebben. Velen ervaren een grote afstand tussen hun dagelijks werk en Gods werk. Het zijn bijna twee verschillende werelden. Maar Mozes houdt deze twee heel dicht bij elkaar. En om onze levensroeping naar Gods bedoeling te vervullen is het nodig dat wij zicht hebben op Gods werk. Psalm 90 leert ons om hiermee te beginnen, juist misschien wel rondom de Biddag.

Welk werk zou Mozes bedoelen? Gods arbeid is immers zo geweldig veelkleurig. Wij kunnen denken aan Zijn bemoeienis met de schepping. Hij is het Die de aarde vruchtbaar maakt van boven, zodat zij ons op haar gewas onthaalt (Ps. 67). Ook in het komende seizoen zal er alleen gewas zijn als God het geeft. Toch zal Mozes gelet op het geheel van Psalm 90 ook iets anders bedoelen, namelijk Gods heilswerk. Als Mozes van één ding doordrongen is, dan is het wel van de noodzaak dat God aan hem Zijn genade bewijst. Daar hunkert hij naar en daar vraagt Hij ook indringend om.

Uw werk - dat is dat God met het licht van Zijn ontferming door alle zware onweerswolken heen breekt. En zullen wij dan de lijnen maar meteen doortrekken naar het Nieuwe Testament? Het werk dat Mozes bedoelt is uiteindelijk Gods genadewerk in Christus en het doorbrekende werk van de Heilige Geest, Die ons door een levend geloof verbindt met Christus, zodat wij geborgen zijn in wat Hij voor ons aan het kruis heeft volbracht.

‘Laat Uw werk gezien worden.’ Dat geloof in Zijn werk mag inderdaad vooropgaan. Maar het betekent niet dat wij het verder allemaal maar moeten afwachten. Nee, juist omdat wij de HEERE hebben leren kennen als een Waarmaker van Zijn Woord bidden wij in gespannen verwachting: HEERE, laat Uw werk ook aan Uw knechten gezien worden. Daarnaast kan er een sterk verlangen leven dat Gods werk in de gemeente en in de kerk wordt gezien. Ogenschijnlijk heerst er zo vaak een grote wind(=Geest)stilte. Gods werk kan zo verborgen zijn. Daar kan een mens onder gebukt gaan. Wat zien wij van de kracht van het Woord? Wat haalt de prediking uit? En wat gaat er van de kerk uit aan werfkracht? Beklemmende vragen die veel aanvechting geven. Toch zijn deze vragen op zichzelf onvruchtbaar als zij ons niet aansporen tot het gebed van Mozes. En van dit gebed mogen wij veel verwachting hebben.

En dan volgt nog de tweede bede van Mozes. “ … bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat.” Twee keer wordt het gezegd. Dat geeft aan hoe dringend ook dit gebed is. Het werk van onze handen - voor Mozes was dat vooral de veehouderij tijdens de reis door de woestijn. Wij mogen het rond de Biddag veel breder nemen en het laten slaan op al onze bezigheden. Het gaat om alles wat wij om handen hebben, om alle verantwoordelijkheden die wij dragen. Sommigen werken letterlijk met hun handen. Anderen werken meer met hun hoofd, zoals wij dat noemen. Wij denken niet alleen aan betaald werk. Alsof dat alleen volwaardig werk is. Maar in de ogen van God is ook onbetaald werk werk. Ik denk ook aan het leren en studeren van onze jongeren. En niet te vergeten de moeders in de gezinnen die vele uren en lange dagen maken. Het werk van onze handen - daar valt ook het werk in de gemeente onder. Van ambtsdragers en van anderen. Het werk onder ouderen en jongeren.

bijbel2Al dit werk dragen wij aan de Heere op met de woorden van Mozes: ‘bevestig Gij.’ Het grondwoord betekent zoiets als rechtop zetten. Iets wat wankelt stevig op zijn plaats zetten. “Geef, Heere, dat het niet mislukt. Mag onze inzet worden gezegend. Geef ons de kracht die wij nodig hebben. Mogen wij ons werk met vreugde doen. Wilt U ook al het zondige in ons werk verzoenen. Bevestig Gij ...!" Wie het met Mozes meebidt stelt zijn vertrouwen niet op zichzelf. Mozes spoort ons aan om het niet te verwachten van ons eigen doorzettingsvermogen. Bidden maakt ons ootmoedig en bescheiden. Bovendien komt in de weg van het gebed God aan Zijn eer.

Bidden wij het mee?

 

Laat Uw genâ ons met haar troost verrijken,
En laat Uw werk aan Uwe knechten blijken.
Uw heerlijkheid niet van hun kind’ren wijken;
Uw liefd’, Uw macht behoed’ ons voor bezwijken;
Sterk onze hand, en zegen onze vlijt;
Bekroon ons werk en nu en t' allen tijd.’
(Psalm 90 : 9).

Amen.

Ds. G.D. Hoff