|
"Gaan zij door het dorre dal van
de moerbeibomen, dan maken zij God tot hun bron” (Psalm 84: 7a)
Op moeilijke momenten…
Verzuchting
‘Papa’. ‘Ja, Jongen’
‘Zijn we er al bijna? Ik ben moe’.
Joanan -zo noem ik hem maar- mag dit jaar als Bar Mitswa (zoon van de Wet) voor het eerst met zijn ouders mee naar Jeruzalem om het Pèsach (Paasfeest) te vieren. ‘Waren we maar een vogel, dan waren we er zo”, hoor ik de twaalfjarige tegen zijn vader zeggen, op het moment dat de vierentachtigste Psalm uit de mond van de feestgangers klinkt; een gemêleerde pelgrimsstoet die zingt over vogeltjes die een plek vinden bij Gods altaren.
Lied voor onderweg
Psalm 84: wie kent hem niet? Een lied voor mensen onderweg naar Sion (Jeruzalem) om de feesten van God te vieren. Met ‘gitaar’ en al, want ‘voor de koorleider op de Gittith, een snaarinstrument. ‘Een psalm van de zonen van Korach’. Aan nakomelingen van die beruchte rebel die met Dathan en Abiram in opstand waren gekomen tegen Mozes en Aäron (Num. 16), wordt een Psalm gewijd! Want “de kinderen van Korach waren niet gestorven”, zegt Num. 26: 11.
Inhoud
Psalm 84. Een psalm die bestaat uit vier delen: 2-5 over het verlangen naar God en ‘Zijn voorhoven’; 6-9 over verkwikking op moeilijke momenten. In vers 10 en 11 staat de verootmoediging (in gebed) voor God centraal. De Psalm sluit af met een oproep tot volharding in vertrouwen op Gods beloften.
Moeilijke momenten
‘Wat hou ik van Uw huis’, zo klinkt een wat eigentijdse vertolking van deze Psalm. Maar je ziet er tegenop om te gaan. Je bent óp. Zoals die Joanan, maar dan ‘van binnen’, lamgeslagen door verdriet; heimwee naar degene die nog met jou verweven is.
Hoor iemand zingt je voor: ‘Welzalig de mens van wie de kracht in U is’. Een bemoediging voor mensen die de ‘gebaande wegen van God’ in hun hart hebben. De wegen van Gods Wet. Van Zijn Tien Woorden die evenzovele beloften zijn. Intussen kan het stikdonker bij je zijn. Dat je Hem, Die ook jouw naam al kende nog voordat jij bestond, niet ziet. Over moeilijke momenten gesproken…
Om in Sion te komen, moest je destijds door de zogeheten Bekavallei, het ‘dal van de moerbeibomen’; een soort woestijnstruik die vocht afscheidt als de zon er fel op brandt. Daarom ook wel tranendal genoemd.
Verkwikkende bron
Zolang het in je leven zijn gangetje gaat, zegt dit je misschien niet zoveel. Maar dat kan zomaar omslaan, en dan? Psalm 84 geeft te denken: dan maken zij God tot hun bron”. Letterlijk staat er: ‘dan maken zij tot een bron’. Dat kan dus ook slaan op die Bakavallei zelf. Een dor dal tot een bron maken kon je destijds met je (van huis meegebrachte) schop of werktuig waarmee je dan net zolang doorgroef tot je bij het grondwater uitkwam.
Van de verlegenheid een gelegenheid maken, noemen we dat. Zoals die man uit India, van wie ik las. Na de moord op zijn zoon door een radicale hindoe-bende leek aan zijn christelijke missie een einde gekomen. Maar de man richtte daarna een christelijk weeshuis op, waar nu zo’n 150 kinderen verblijven. Een verkwikkende bron.
Christus, Hij alleen
Je kunt je blindstaren op het dal van je ziekte, van dat verlies, op die situatie waarin je nu zit.
De Heilige Geest neemt ons in deze psalm bij de hand. Een overvloedige regen van ‘genade en eer’ (vs. 12) komt er uit Hem voort. Vergeving van zonden is er in Zijn voorhoven. Als bij Gods ‘altaren’ zelfs ‘mussen en zwaluwen’ schuilen, zal er dan niet voor u die tobt met ‘is Hij wel voor mij’ een plekje zijn? Bij Brood en Beker laat Hij weten: Ik voor u. Voor u in het dal van dood en hel, zodat u de eeuwige dood niet hoeft te sterven.
Hoe lieflijk zijn zo Uw woningen, waar het ook op wat wij ‘eeuwigheidszondag’ noemen diep van binnen resoneren mag:
Wie huilt er onze tranen? Christus, Hij alleen!
Wie draagt ons door de dagen? Christus, Hij alleen!
Wie heeft ons leed gedragen? Wie heeft de dood verslagen? Wie brengt ons weer samen?
Christus, Hij alleen!
Ds. A. Visser, Harderwijk.